Gisteravond, Entrepot, na twintig minuten zonder paraplu tjolen in de dretsende regen. Als een uitgeregende hond binnengestapt.
Kasbar was van plaats gewisseld in de timing en had al bijna gedaan met openen toen wij aankwamen.
Steven H had zijn rivaal Walter Ego – ook een hiphopper, ook in dezelfde halve finale en ook in het West-Vlaams, maar helaas niet door naar de finale en daar niet echt blij mee – mee op het podium gevraagd en sloot onstage weer vriendschap. Schoon. Voor de rest: een geschift pluchen konijn, een Johny Rivas die stoer probeerde te doen met zo’n bril van Sono, en een geniaal houterige frontman. Oh, en een kok die een ei kwam bakken tijdens het optreden. Mocht het optreden een dvd geweest zijn, dan kochten we hem voor de extra’s.
Jack And Jane was cool, het publiek dat elkaar blijkbaar al heel lang niet meer gezien had duidelijk niet. Getetter hoort niet tijdens een ingetogen optreden als dat van Jack And Jane, muttens. Mooi optreden, maar de contrabas had iets luider gemogen. En die Jack vinden wij toch een koddig vernepelingske, eigenlijk. Ge zoed em de comienje geevn zonder de biechte t’hoorn, zou mijn grootmoeder zeggen. Nu, ondanks dat geklets rond onze oren eerder achteraan het publiek, wonnen ze wél de publieksprijs.
Dandy Davy vond ik dunnetjes. Muziek met een hoek af, zei men mij voordien, maar volgens mij zijn er vier hoeken af want de mens blijft zo rond als een ei. Mooi dat zijn kameraden opdaagden met heuse spandoeken, gebruikte beha’s en slipjes, maar boeien deed zijn optreden niet. Ik moest geeuwen.
Henri Prosper, mijn helden van de virtuele wereld, konden mijn hooggespannen verwachtingen niét inlossen. De drummer leek zijn instrument in duizend gruzelementen te willen splijten, de gitarist gleed van het ene foutje in het andere en zat niet eens in het ritme van zijn kompaan. Toegegeven, diens ritme was dan ook amper bij te houden. Afijn, ‘ik ben fan!‘ zei ik voordien tegen de mens naast mij in het publiek, maar na het optreden dierf ik het niet om te vragen ‘gij nu ook?’. Jammer, maar ik blijf fan. Van de dingen op hun MySpace dan.
Low Vertical liet even op zich wachten, al was dat wellicht vooral om het tijdschema wat te respecteren: het ging allemaal te _snel_! Nu, we zagen deze band al in Veldegem maar nu miste ik de magie een beetje. Misschien omdat we intussen naar het balkon waren verhuisd en we dus een beetje boven de band uit torenden en je daar toch het effect van het staan in het publiek mist. Te weinig de goeie ideetjes uitgewerkt, vond ik nu, zoals ook in het laatste nummer die ‘don’t look in that direction‘ een beetje te mager is om een volledig nummer aan op te hangen. Niettemin goed voor een derde plaats volgens de jury en al bij al gun ik het de Bleke Kele Okereke en de rest wel. Goeie zanger trouwens.
Intussen stond een vijftal kindertjes naast ons aan het balkon. Ik schat ze een jaar of zes, zeven. Bleken voor Steak n°8 gekomen te zijn en dat is goed nieuws, want dan kunnen critici tenminste niet zeggen dat de bandleden allemaal jonger zijn dan hun fans. Heel potige set, die ook als één geheel overkwam, maar waarvan ik wel vond dat ik precies drie keer hetzelfde nummer hoorde spelen. Desondanks heb ik mee zitten headbangen. Heb daarbij de kleinste van vijf jaar geraakt en die is over de balustrade gesukkeld. Hopelijk hadden de ouders beneden voor opvang gezorgd. Anyhow, Steak n°8 werd later die avond de uiteindelijke winnaar en het feit dat de gedeputeerde, die het goeie nieuws mocht komen melden, géén pinten over zich heen kreeg, bewijst dat de keuze van de jury terecht is. Of dat de economische crisis er voor zorgt dat we zuiniger omspringen met wat we kopen.
The Future Dead vond ik oké. Veel beter dan op de Rockrally in elk geval, zelfs al zat drummer Mario niet in de opstelling gisteravond (of deed hij dat nérgens, oh diehard liefhebbers van Westtalent?). Weinig bands hadden gisteravond échte afgewerkte songs meegebracht, maar TFD wel. Dat speelde in hun voordeel volgens mij, maar blijkbaar onvoldoende om de jury voor zich te winnen. ‘Als die zanger nu eens niet zo tegen zijn zin zou staan zingen‘, wierp mijn vriendin op. En weet dat mijn vriendin altijd gelijk heeft!
QuiOui mocht afsluiten. Intussen was de kindergarten naast ons ingenomen door een stelletje veertigers. Ouders van de kiwi’s ongetwijfeld, want ze namen foto’s alsof hun leven er van af hing. Misschien was dat ook wel zo, en dachten ze dat constant in mijn ogen staan flitsen zou volstaan om niet ook over de reling geduwd te worden. Ook een ietwat bourgondisch uitgegroeide vader met baard voelde zich een ware rockfotograaf, beklom tijdens de soundcheck het podium en nam foto’s aan honderd per uur. Wanneer komt het fotoboek uit, meneer? Oh well, overijverige en supertrotse ouders, we zouden er eigenlijk niks op tegen mogen hebben, dus bij deze houd ik mijn mond. QuiOui won niet, maar werd tweede. Terecht, vind ik, want winnen met een set die al voor de helft uit voorgeprogrammeerde beats bestaat zou ik iets te makkelijk hebben gevonden. Geen afbreuk aan de kwaliteit daarvan, noch aan het idee om het te injecteren in de sound, noch aan de manier waarop het uiteindelijk werd gebracht, maar het is the easy way om een publiekskudde aan het dansen en op je hand te krijgen. Begrijp me niet verkeerd: het resultaat vond ik straf, net zoals ik dat al in Veldegem deed.
Tot slot: een pluim voor presentator Steven Vlieghe. En een fluim voor Dufourmont De Verschrikkelijke. En kan iémand zo snel mogelijn zijn duet met de gedeputeerde op YouTube gooien?
Geef een reactie